Onherleidbare complexiteit - samenhang
Het laatste probleem dat we overlopen, is het probleem van de onherleidbare complexiteit. Niet alleen blijken de onderdelen van de cel elk afzonderlijk bijzonder onwaarschijnlijk, maar deze onderdelen zijn zelf samengesteld tot onwaarschijnlijk complexe structuren. De term onherleidbaarheid kan geïllustreerd worden met het eenvoudige voorbeeld van de muizenval: elk onderdeel is nodig voor de werking van het geheel. Neem één onderdeel weg en de muizenval werkt niet meer. Hierdoor wordt het veel moeilijker om te verzinnen hoe zoiets geleidelijk kan zijn ontstaan, immers: de directe weg van telkens één onderdeel toevoegen is onmogelijk: het moet dus via een omweg.
Nu blijken heel wat structuren en mechanismen in de cel dergelijke onherleidbare samenstellingen van vele uiterst specifieke (en onwaarschijnlijke) eiwitten. Hierdoor wordt de kans dat het Neodarwinistisch samenspel van toeval en natuurlijke selectie dit tot stand brengt onredelijk klein. Men kan het vergelijken met iemand die geblinddoekt en doof de autoweg oversteekt: wat is de kans dat hij niet wordt overreden? Dit hangt uiteraard af van de drukte van het verkeer, maar ook van het aantal rijstroken dat hij zo moet oversteken. Mocht het al lukken met een 3-tal rijstroken, dan zal het met een 1000-tal rijstroken wellicht een hopeloze zaak geworden zijn. Zo ook voor het toevallig ontstaan van de talrijke onherleidbare biochemische structuren in de levende cel.
Om een idee te hebben van wat er zich in de cel afspeelt, kan men het vergelijken met een heuse stad. In die stad worden voortdurend allerlei bouwmaterialen vervaardigd, en dit volgens voorschriften die gekopieerd worden uit de centrale bibliotheek. In deze bibliotheek worden de brondocumenten voortdurend zorgvuldig nagelezen op fouten en desgevallend verbeterd. Energiecentrales zorgen voor de productie van de nodige energie. Allerlei goederentreintjes op rails rijden af en aan met materiaal die voorzien zijn van een aanduiding van de bestemming. Oude materialen worden naar een speciale plaats gevoerd om daar gerecycleerd te worden. En nog zoveel meer… En alsof dat niet genoeg is, kan de hele stad zichzelf in enkele uren tijd volledig kopiëren.
Het meest opmerkelijke is wellicht het ribozoom complex waarmee eiwitten worden gesynthetiseerd maar dat zelf bestaat uit een 50-tal eiwitten. Dit is een 'kip en ei' probleem om 'u' tegen te zeggen. Vermits het Neodarwinisme uitgaat van zelfreproductie is een verklaring vinden voor het ontstaan van zelfreproductie wel een heel harde noot om te kraken.
De cel blijkt dus een verrassend complex systeem - vol met onherleidbaar complexe subsystemen - waarvoor een toevallig ontstaan dus extreem onwaarschijnlijk lijkt.