Aanspraken van de evolutietheorie - twee deeltheorieën
Bij nader toezien blijken in Darwins evolutietheorie twee deeltheorieën te onderscheiden. Enerzijds kan men veronderstellen dat de verschillende soorten allemaal afstammen van een gemeenschappelijke voorouder. Anderzijds kan men veronderstellen dat het samenspel van toevallige wijzigingen en natuurlijke selectie het mechanisme is dat deze evolutie tot stand brengt. De eerste deeltheorie beantwoordt de vraag “wat is er historisch gebeurd?”, de tweede deeltheorie beantwoordt de vraag “hoe is dat gebeurd?”
De eerste deeltheorie wordt in de volksmond vertolkt als “de mens stamt af van de aap”, terwijl de tweede deeltheorie ooit door Stephen J. Gould werd samengevat als “de mens is een schitterend ongeluk.” Anders gezegd: de ernome samenhang in de natuur en het indrukwekkend vernuft van de verschillende organismen afzonderlijk wekt weliswaar de illusie van zorgvuldig en afzonderlijk ontwerp maar is in werkelijkheid het product van toeval en natuurlijke selectie.
In zijn boek “On the origin of species” maakt Darwin op het eerste zicht weinig onderscheid tussen deze beide deeltheorieën. Soms verwijst hij naar de “theorie van gemeenschappelijke afstamming met wijziging” (m.a.w. de eerste deeltheorie), elders naar “de theorie van natuurlijke selectie” (de tweede deeltheorie), maar ook naar “de theorie van gemeenschappelijke afstamming door middel van natuurlijke selectie” (de combinatie van beiden dus).
Uit zijn latere briefwisseling blijkt echter dat hij zich niet alleen goed bewust was van dit onderscheid maar bovendien ook zekerder was van de eerste deeltheorie en er daarom ook meer belang aan hechtte (al besteedde hij uiteraard ook veel aandacht aan natuurlijke selectie).
Principieel is het in elk geval denkbaar dat evolutie inderdaad plaatsvond zonder dat natuurlijke selectie hiervoor het verklarend mechanisme is. En omgekeerd is het ook denkbaar dat natuurlijke selectie een zekere evolutie tot stand bracht maar niet noodzakelijk in zo’n dramatische mate dat uiteindelijk alle evolutie uitsluitend hierdoor werd veroorzaakt. In die zin zijn beide deeltheorieën vrij onafhankelijk en kan men dus spreken van twee theorieën.
Verder zal blijken dat tot op de dag van vandaag de eerste deeltheorie wetenschappelijk beter onderbouwd is dan de tweede deeltheorie.